Beskrivelse
Bij de IgA- en/of IgG totaal-glutentest (bloedafname) worden circulerende antilichamen gemeten tegen alfa-gliadine, een bestanddeel van tarwegluten, en prolamines uit rogge, gerst (hordeïne) en haver. De test wordt gekwantificeerd door het serum te vergelijken met sera van positieve en negatieve patiënten, die in één test bepaald worden.
Bij waarden beneden de 0.500 wordt er vanuit gegaan dat gluten in de voeding afkomstig van tarwe, gerst, rogge en/of haver geen symptomen zal veroorzaken.
Het onderzoek naar antilichamen van het type G (IgG) tegen gluten in het bloed van de patiënt is een gevoeliger, maar minder specifieke methode dan onderzoek naar antilichamen van het type A (IgA). IgG-antilichamen zijn ook van belang bij selectieve IgA-deficiëntie, die vaak voorkomt bij patiënten met glutengevoelige enteropathie. Deze methode selecteert patiënten at risk en/of patiënten die verdacht worden van coeliakie met IgA- en/of IgG-antilichamen in het bloed gericht tegen gluten.
Wanneer patiënten zich goed aan het glutenvrije dieet houden kan de compliance het best bepaald worden door alleen IgA-totaal-gluten te meten.